Schrijven is een ambacht. Een vak dat je steeds verder kunt ontwikkelen, bijvoorbeeld door vaardigheden aan te scherpen of je stijl te verfijnen. En vooral door het te doen, het ambacht te beoefenen. Dat is de route die ik doorgaans bewandel.
Voortschrijdend inzicht. Dat verklaart mijn keuze om sinds deze week te gaan twitteren. Ongeveer een jaar geleden blogde ik diverse keren waarom ik dat niet deed.
Hoe geloofwaardig ben je in staat om een boodschap te brengen? Daar draait het om bij iedere vorm van communicatie.
Mijn blog is enkele weken in de lucht als ik de opmerking krijg: ´leuk dat je bent gaan bloggen, maar waarom kun je niet makkelijk op jouw berichten reageren?´. Ik kleur rood tot achter mijn oren bij deze vraag. De werkelijke reden kan ik namelijk niet ontkennen: de angst om controle te verliezen.
Geluid valt pas echt op als het wegvalt. In mijn Tilburgse studententijd woonde ik een tijdje pal naast het spoor. Een druk bereden route, vooral ´s nachts. Pas toen ik verhuisde, viel me op hoeveel lawaai de treinen maakten. Ik werd wakker van de stilte!
Hoe wil je dat mensen jou en/of je bedrijf kunnen vinden op internet?
Gisteren schreef ik over wat schrijven voor mij betekent. Een dag later vind ik dat de door mij gekozen formulering ´de werkelijk naar mijn hand zetten´ nogal dwingend klinkt. Precies om deze reden laat ik teksten die ik in opdracht schrijf, altijd een nacht rijpen om er de volgende ochtend met een frisse blik naar te kijken. Die stap had ik nu overgeslagen. Niet slim. Bij deze de herkansing.
´Dus jouw opdrachtgevers kunnen je blog ook lezen?´ Ik antwoord bevestigend. Aan de vraag merk ik dat deze openheid niet zo vanzelfsprekend is, als dat ik zelf steeds heb gedacht. ´Nou, dan moet je wel oppassen met wat je schrijft´ is de volgende reactie van mijn gesprekspartner, die overweegt te starten met het bijhouden van een blog.
Live ontmoetingen verdienen wat mij betreft nog altijd de voorkeur boven online communicatie. En toch, zonder mezelf tegen te spreken en zonder het een door het ander te willen vervangen, ben ik nu (eindelijk) actief op LinkedIn.
Nieuwe woorden ontstaan vaak zonder dat je er echt erg in hebt. Veranderzetje is zo’n woord. Het is afkomstig van een van de leden van het HR-netwerk waar ik alweer enkele jaren voor schrijf, WeAreHR!. Zo plopte het woord ‘veranderzetje’ in mijn mailbox, precies op de dag dat ik mijn websitebouwer Maurice Molenaar van Webcase opnieuw sprak over veranderingen aan mijn website.
Wat zeg je tegen elkaar als de tijd die je samen hebt nog maar kort is? Wat is relevant? Wat niet meer?
Ken je dat? Taken die je maar voor je uit blijft schuiven, omdat er altijd iets anders is met meer urgentie. Ik had het met mijn eigen webteksten.
Op 14 mei 2013 werkte ik mee aan een minisymposium van tekstnet en logeionover begrijpelijke tekst, de jacht op het recept. De Bredase filmer Merijn Scheifes maakte in opdracht van tekstnet deze videoregistratie. Met dank!
Toen ik net zelfstandig werkte, vond ik vakanties een lastig iets. Ik durfde niet zo goed vrij te nemen en tegen mijn klanten te zeggen dat ze het even zonder mij zouden moeten doen. Met als gevolg dat ik noch echt vrij was, noch echt aan het werk. Sinds enkele jaren doe ik het anders.
Vindbaar zijn op internet, is een issue. Een hot issue, als ik mag afgaan op de offerte-aanvragen die ik momenteel ontvang. Alles lijkt te draaien om zoekmachinevriendelijk tekstschrijven; het maken van unieke en relevante teksten.Met als doel: zo hoog mogelijk scoren in de organische ranking van Google.