Eindelijk, een herenhuis!
Als het bij mij als middelbare scholier (lang geleden!) niet ging zoals ik wilde, stapte ik op mijn fiets. Woest trappend langs de Maas kreeg ik vanzelf weer goede zin. Op de terugweg fietste ik - weer rustig en bedaard - steevast door Oud-Kralingen. Vooral om me te vergapen aan mooie herenhuizen. Ik probeerde een glimp op te vangen van de droomwereld binnen.
Als ik bij thuiskomst hierover enthousiast rapporteerde aan mijn ouders, was hun reactie meestal: ´Kind, je weet niet wat zich binnen de muren afspeelt.´ Daar zat wat in, vond ik, wat mij voor even weer tevreden stelde met mijn eigen vierkante metertje. Mijmeren over het wonen in zo´n prachtig gebouw; dat bleef ik natuurlijk wel doen.
Nu, ruim twee decennia later, flitst dit door mijn hoofd als ik op de stoep sta van het herenhuis waar mijn vader sinds kort verblijft. Tijdelijk, dat wel. Dit prachtige herenhuis is een hospice, een huis voor stervenden. M´n ouders hadden gelijk: een prachtige buitenkant zegt weinig over wat zich binnen afspeelt.