Tradities. Ik houd ervan. En dus ging ik ook deze Hemelvaartsdag ‘gewoon’ naar de Grote Markt voor de opening van het Breda Jazz Festival. Natuurlijk wist ik dat die opening er dit jaar niet zou zijn. De vijftigste editie van het Breda Jazz Festival heeft slechts de contouren van een onafgemaakt draaiboek.En toch wilde ik erbij zijn. Bij die opening die er niet is.
Eenmaal op de Grote Markt, kijk ik omhoog, naar de toren van de Grote Kerk. Geen wapperende Breda Jazz vlag. Wél strooit beiaardier Paul Maassen net de klanken van zijn klokkenspel over de lege Grote Markt uit. Zijn spel gaat niet ten onder in het geroezemoes maar klinkt luider dan al die jaren ervoor.
Op de Grote Markt geen mensen die speuren naar een laatste vrije stoel op een vol terras, voor het beste plekje in de zon. Wél een vader die met zijn twee zoontjes een balletje trapt, zonder dat ook maar iemand er last van heeft. Een plezier dat ze samen hebben. Ik blijf kijken, maak een praatje en slenter verder langs plaatsen waar normaal de jazzpodia staan. Als ik kort stil blijf staan en mijn ogen sluit, hoor ik toch de vertrouwde muziek waarop ik automatisch mee beweeg.
Thuis luister ik De Paarse Heide in een onvergetelijke uitvoering. Het is de digitale opening van het festival (#digiBJF) dat er dit jaar niet was. Maar jee, wat is er veel wél.