Gepubliceerd op .

Het zit in mijn genen

Buiten, min vier. Binnen, plus twintig. Onder deze ideale mijmeromstandigheden dringt de vraag zich op waarom het mij moeite kost om mijn werk los te laten. Als is het maar voor even. Aan de vooravond van een nieuw levensjaar (jawel, morgen ben ik jarig!) krijg ik het antwoord helder. Het zit in mijn genen!



Rotterdam, maandagmiddag 2 februari 1970. De eerst natte sneeuw valt. Mijn moeder denkt dat ik - veertien dagen te laat - nu echt ter wereld ga komen. Tot twee dagen geleden, hielp ze nog klanten in de eigen kruidenierszaak van haar en mijn vader.

Mijn vader ondersteunt haar op weg naar het Havenziekenhuis. Eerst hangt hij nog een bordje op de winkeldeur met de tekst ´ben zo terug´. Hij laat mijn moeder achter in het ziekenhuis en gaat inderdaad terug naar de winkel. Anderhalf uur later legt hij de omgekeerde route af. Dit na een telefoontje uit het ziekenhuis met de mededeling ´het gaat opschieten´. Wederom sluit hij de winkeldeur. Ditmaal staat er ´gesloten´ op het bordje. Hij haast zich te voet naar het ziekenhuis en is net op tijd om mij geboren te zien worden. Later die avond zullen mijn broers en zus ´hun kleine zusje´ komen bewonderen. "Het waren net verzopen katjes" weet mijn moeder 42 jaar later nog goed. "Ze brachten eerst reclamefoldertjes van de winkel rond in de buurt. Daarna mochten ze naar jou toe. Alles stond in het teken van de winkel."

Uit de overlevering blijkt verder dat de winkel de volgende dag gewoon weer openging. Mijn moeder hervat veertien dagen later haar werkzaamheden. Ik ben tussen de bedrijven door grootgebracht, maar geloof niet dat ik er iets aan heb overgehouden. Behalve dan, dat ik graag en veel werk. Dat zit in mijn genen.Het laat zich raden wat ik morgen doe als ik jarig ben.

overpeinzing, ondernemen